Stichting Openbaar Onderwijs behoort tot openbare dienst
In een uitspraak van 13 augustus 2015 heeft de Centrale Raad van Beroep uitgemaakt dat de Stichting Apeldoorns Voortgezet Onderwijs tot de openbare dienst behoort. In deze zaak wordt het hoger beroep behandeld tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 5 februari 2015. Op deze website hebben wij eerder aandacht besteed aan deze uitspraak onder de titel Rechtbank legt bom onder rechtspositie openbaar onderwijs. Wat speelt er?
In o.a. de Wet op het primair en voortgezet onderwijs is opgenomen dat een gemeenteraad kan besluiten om het openbaar onderwijs uit te besteden aan een privaatrechtelijke stichting. Een dergelijke stichting behoort tot de openbare dienst, als voldaan is aan de in deze wetten genoemde voorwaarden. Als aan die voorwaarden is voldaan en de Stichting Openbaar Onderwijs dus tot de openbare dienst behoort, is in beginsel het voor die stichting werkzame personeel ambtenaar in de zin van de Ambtenarenwet. Essentie van de voorwaarden is dat er voldoende overheidsinvloed van de gemeenteraad op het bestuur van de Stichting is verzekerd.
In de uitspraak van 5 februari 2015 kwam de rechtbank Gelderland na een uitgebreide analyse van de statuten van de Stichting tot het oordeel dat van een overwegende overheidsinvloed van de gemeenteraad op de Stichting geen sprake was. Zo had de gemeenteraad geen invloed op de samenstelling van de Raad van Toezicht en geen invloed op het vaststellen van de begroting en de jaarrekening. Deze Stichting behoorde volgens de rechtbank dan ook niet tot de openbare dienst en de ontslagen medewerker is dus, anders dan zowel de Stichting als de medewerker altijd gedacht hadden, géén ambtenaar. De rechtbank verklaarde zich onbevoegd en de betreffende medewerker diende zich volgens de rechtbank tot de burgerlijke rechter te wenden.
Binnen een halfjaar oordeelt de CRvB in hoger beroep dat – anders dan de rechtbank heeft aangenomen – deze artikelen uit de Wet op het primair en voortgezet onderwijs niet die betekenis hebben, dat als de statuten van een stichting voor openbaar onderwijs niet conform de wettelijke voorwaarden zijn vormgegeven, het karakter van het onderwijs als het ware van rechtswege omslaat van openbaar naar bijzonder onderwijs, waarmee de werknemers dus hun status als ambtenaar zouden verliezen. De CRvB verwijst hiervoor naar de Memorie van Toelichting (TK, vergaderjaar 1994-1995, 24 138, nr. 3). Daarin staat dat niet is beoogd om met de mogelijkheid van onderbrenging van het openbaar onderwijs in een privaatrechtelijke stichting op enigerlei wijze afbreuk te doen aan het karakter van het openbaar onderwijs. Ook ten aanzien van de rechtspositie van het personeel bestaat er, aldus die toelichting, geen verschil. Zowel het personeel in dienst van de openbare rechtspersoon als dat in dienst van de stichting heeft een ambtelijke status. De CRvB heeft, met andere woorden, de bom die de uitspraak van de rechtbank Gelderland onder het openbaar onderwijs had gelegd onschadelijk gemaakt. Dat is goed nieuws voor de rechtszekerheid. Lees hier de volledige uitspraak.