Klokkenluiders krijgen een eigen huis

Klokkenluiders krijgen een eigen huis; het Huis voor Klokkenluiders. Op 1 juli 2016 treedt de Wet Huis voor klokkenluiders in werking. Daarmee krijgt de klokkenluider wettelijke bescherming en een instantie met vergaande onderzoeksbevoegdheden waar de klokkenluider met zijn meldingen terecht kan.

Hoe ziet het Huis voor Klokkenluiders eruit?

Het Huis krijgt twee kamers, een Afdeling Advies en een Afdeling Onderzoek. Het Huis krijgt de status van een zelfstandig bestuursorgaan, waarmee de onafhankelijkheid moet zijn gewaarborgd. De Afdeling Advies heeft naast een algemeen voorlichtende en verwijzende rol tot taak: het informeren, adviseren en ondersteunen van klokkenluiders over te ondernemen stappen bij een vermoeden van een misstand. De Afdeling Onderzoek heeft tot taak: het beoordelen van de ontvankelijkheid en het doen van onderzoek naar een melding van een misstand. De Afdeling Onderzoek kan op verzoek ook een onderzoek instellen naar de wijze waarop een werkgever zich jegens de klokkenluider gedragen heeft naar aanleiding van een melding van een vermoeden van een misstand. Het huidige tijdelijke adviespunt klokkenluiders zal met de inwerkingtreding van de wet verdwijnen.

Wie is klokkenluider?

Als je als werknemer of als ambtenaar werkzaam bent of werkzaam bent geweest binnen een organisatie, dan kun je een melding doen van een vermoeden van een misstand. Ook klokkenluiders die anders dan uit dienstbetrekking arbeid verrichten, of hebben verricht, kunnen dat doen.  De minister gaf tijdens de mondelinge behandeling op 9 februari jl. aan dat ook vrijwilligers of zzp’ers een maatschappelijke misstand kunnen melden bij het Huis. Plasterk: “Het Huis zal dan niet zeggen: u bent geen werknemer volgens het Burgerlijk Wetboek, dus we nemen de melding niet in behandeling.” Als je bij de uitoefening van de arbeid met een andere organisatie in aanraking komt en daar misstanden ziet, dan kun je ook een melding doen van een vermoeden van een misstand.

Wat is een vermoeden van een misstand?

Een vermoeden van misstand is een redelijk vermoeden van een klokkenluider gebaseerd op redelijke gronden die voortvloeien uit kennis die de klokkenluider heeft verkregen door zijn werkzaamheden. Zeg maar, dat je een redelijk vermoeden moet hebben, dat er iets niets pluis is op je werk. Een redelijk vermoeden betekent, dat er een begin van bewijs moet zijn. Je moet dus concrete aanwijzingen hebben. Daarnaast dient het maatschappelijk belang in het geding te zijn. Er dient sprake te zijn van een vermoedelijke schending van:

  • een wettelijk voorschrift;
  • een gevaar voor de volksgezondheid;
  • een gevaar voor de veiligheid van personen;
  • een gevaar voor de aantasting van het milieu;
  • een gevaar voor het goed functioneren van de openbare dienst of een onderneming als gevolg van een onbehoorlijke wijze van handelen of nalaten.

Verplicht opstellen procedurevoorschriften door werkgever

Een werkgever waar ten minste 50 personen werkzaam zijn wordt verplicht een klokkenluidersprocedure vast te stellen voor het omgaan met het melden van een vermoeden van een misstand binnen zijn organisatie. In de procedurevoorschriften dient te worden vastgelegd:

  • de wijze waarop met de interne melding wordt omgegaan;
  • wanneer sprake is van een vermoeden van een misstand met inachtneming van de definitie van een vermoeden van een misstand, als bedoeld in de wet;
  • bij welke daartoe aangewezen functionaris of functionarissen het vermoeden van een misstand kan worden gemeld;
  • dat de klokkenluider de mogelijkheid heeft om een adviseur in vertrouwen te raadplegen over een vermoeden van een misstand.

Ook klokkenluiders werkzaam bij kleinere werkgevers, die geen verplichting tot het vaststellen van procedurevoorschriften kennen,  kunnen een verzoek bij de Afdeling Onderzoek doen. Uiteraard kan ook een kleine werkgever op vrijwillige basis procedurevoorschriften vaststellen. Het Huis voor Klokkenluiders zal hiertoe te zijner tijd een model aanleveren.

De procedurevoorschriften gaan vallen onder het instemmingsrecht van de OR, als bedoeld in artikel 27 WOR.  In de procedurevoorschriften kun je als werkgever en ondernemingsraad  verder inhoud aan de bescherming van klokkenluiders geven. In  de Klokkenluidersregeling van de Rijksoverheid is bijvoorbeeld een voorziening opgenomen voor een forfaitaire vergoeding van de kosten van rechtsbijstand aan klokkenluiders.

Behandeling van een melding door de Afdeling Onderzoek

Als voorwaarde voor het in behandeling nemen van een melding geldt, dat de klokkenluider zijn vermoeden eerst gemeld moet hebben aan een leidinggevende, een vertrouwenspersoon of een op basis van de interne procedure voorgeschreven functionaris. Als een interne melding door de organisatie zelf naar behoren is behandeld, stelt de afdeling geen onderzoek meer in. Een interne melding kan echter achterwege blijven, indien deze in redelijkheid niet van de klokkenluider gevraagd kan worden. Daarbij valt te denken aan in redelijkheid gegronde angst voor represailles, het gevaar dat bewijsmateriaal zal verdwijnen of wellicht ook de situatie, dat de melding betrekking heeft op de directeur of het bestuur zelf. Het is aan de Afdeling Onderzoek om hier nadere invulling aan te geven.

Verder dient de inhoud van de melding voldoende maatschappelijk belang te hebben. Als de afdeling onderzoek tot de conclusie komt, dat er onvoldoende maatschappelijk belang is bij een onderzoek of als het verzoekschrift niet ontvankelijk of kennelijk ongegrond is, kan de Afdeling besluiten geen onderzoek in stellen. Als de Afdeling Onderzoek geen onderzoek instelt worden de resultaten van het onderzoek niet openbaar gemaakt. Tijdens de mondelinge behandeling zegde de minister toe dat hij een reparatiewet zal voorbereiden om vast te leggen dat een organisatie/bedrijf geen mededeling krijgt van het feit dat het Huis heeft besloten een melding van de klokkenluider niet te onderzoeken.

Er is in beginsel geen rol voor de Afdeling Onderzoek van het Huis voor Klokkenluiders weggelegd, indien het vermoeden van de misstand ter beoordeling staat van:

  • bestuursorganen of diensten die belast zijn met de opsporing van strafbare feiten of;
  • bestuursorganen of diensten die belast zijn met het toezicht op de naleving van wettelijke voorschriften of;
  • een andere instantie waar het vermoeden van een misstand kan worden gemeld.

De Afdeling Onderzoek  kan echter toch in beeld komen, indien de Afdeling tot de conclusie komt, dat de misstand door deze bestuursorganen, diensten of instanties niet naar behoren is of wordt  behandeld. In die zin lijkt de afdeling een belangrijke rol als achtervang te hebben, indien andere instanties falen. De initiatiefnemers hebben bij de mondelinge beantwoording van de vragen in de Eerste Kamer echter aangegeven dat het niet de bedoeling is, dat het Huis voor Klokkenluiders “een toezichthouder op de toezichthouders” wordt.

Indien ten aanzien van dezelfde melding al een onderzoek bij de Afdeling Onderzoek in behandeling is of is afgedaan, kan de Afdeling besluiten de melding niet te onderzoeken. Als er echter nieuwe feiten of omstandigheden bekend zijn geworden, die tot een ander oordeel over de misstand zouden kunnen leiden, dient de Afdeling toch onderzoek in te stellen. Indien over de misstand bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak is geoordeeld stelt de Afdeling geen onderzoek in.

Als een klokkenluider onvoldoende meewerkt aan een zorgvuldig verloop van het onderzoek en het bewaren van de vertrouwelijkheid van de uitkomsten van het onderzoek, is de Afdeling niet verplicht een reeds gestart onderzoek voort te zetten. Ook indien nieuwe feiten of omstandigheden bekend worden op grond waarvan de Afdeling tot het oordeel komt, dat het verzoek kennelijk ongegrond is, kan zij alsnog besluiten het onderzoek niet voort te zetten.

Onderscheid tussen publieke en private organisaties

Het wetsvoorstel maakt bij de bevoegdheden die de afdeling heeft tijdens het onderzoek een onderscheid tussen organisaties in publieke sector en in de private sector. Voor de publieke sector wordt in de wet aansluiting gezocht bij de bevoegdheden die de ombudsman heeft in het kader van het in hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht geregelde klachtrecht. Het gaat dan met name om het normenkader van de Algemene wet bestuursrecht en de verplichting om inlichtingen te verstrekken en getuigen op te roepen. De Afdeling Onderzoek komt zelfs nog verdergaande bevoegdheden toe dan de ombudsman, omdat de Afdeling getuigen die weigeren te komen, door de openbare macht voor zich kan laten brengen. Als een melding betrekking heeft op een werkgever in de private sector, dan komt de Afdeling deze vergaande bevoegdheid niet toe. Wel geldt in de private sector eveneens de bevoegdheid om stukken en inlichtingen op te vragen en getuigen op te roepen. De Afdeling Onderzoek heeft echter geen mogelijkheden om dat af te dwingen, indien een private werkgever dat weigert.

Rapport

Als het onderzoek is afgerond brengt de Afdeling Onderzoek een concept-rapport uit dat voor commentaar wordt toegezonden aan de werkgever en de klokkenluider. Het concept-rapport bevat een analyse van de misstand en de vaststelling van de vermoedelijke oorzaken van de misstand en de omvang van de gevolgen. Daarnaast doet het Huis voor klokkenluiders aanbevelingen, als daartoe aanleiding bestaat.

Werkgever en klokkenluider kunnen binnen vier weken reageren. Ze zijn dan nog tot geheimhouding verplicht. De Afdeling Onderzoek maakt het definitieve rapport (geanonimiseerd) openbaar. De klokkenluider en de werkgever worden dus niet met name genoemd.

Als de Afdeling Onderzoek aanbevelingen doet, dient de werkgever binnen een redelijke termijn aan de Afdeling aan te geven op welke wijze aan de aanbeveling gevolg zal worden gegeven. Indien de werkgever voornemens is geen gevolg te geven aan de aanbeveling, dan dient hij de redenen daarvoor aan de Afdeling mee te delen. De Afdeling is bevoegd een (nieuw) onderzoek in te stellen naar de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van aanbevelingen die in een eerder onderzoek zijn gedaan.

Wettelijke bescherming klokkenluiders

In de wet is opgenomen, dat de werkgever klokkenluiders, tijdens en na de melding, niet mag benadelen, als gevolg van het te goeder trouw en naar behoren melden van een vermoeden van een misstand. Niet benadelen gaat verder dan alleen ontslagbescherming. Ook bijvoorbeeld het onthouden van carrièrekansen of salarisverhogingen valt hieronder.

 

 

 

LinkedIn 7272

Gerelateerde artikelen

Pesten op het werk. Wat kun je er aan doen en hoe ver gaat de zorgplicht van de (overheids)werkgever?

Minister Asscher (SZW) is een campagne gestart om pesten op het werk tegen te gaan. In deze bijdrage staan wij stil bij de vraag hoe ver de zorgplicht van de overheidswerkgever gaat, in het voorkomen en aanpakken van pesten op het werk vanuit ambtenarenrechtelijk perspectief en welke juridische middelen je als ambtenaar ten dienste staan als de overheidswerkgever niet ingrijpt.

Abonneer u op de nieuwsbrief

En ontvang ons laatste nieuws.

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.