Wet normalisering rechtspositie ambtenaren, oftwel de ‘afschaffing’ van de ambtenaar
Op 3 november 20120 dienen de leden Koşer Kaya en Van Hijum hun wetsvoorstel in tot wijziging van de Ambtenarenwet en enige andere wetten in verband met het in overeenstemming brengen van de rechtspositie van ambtenaren met die van werknemers met een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht (Wet normalisering rechtspositie ambtenaren, TK 2010-2011, nummer 32550).
Daartoe worden onder andere gewijzigd: de Ambtenarenwet, het Burgerlijk Wetboek, het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945, de Algemene wet bestuursrecht en de Beroepswet. Wanneer de behandeling van deze initiatiefwet verloopt, zoals de indieners dat voor ogen staat, treedt deze wet in werking met ingang van 1 januari 2015. De wet is niet van toepassing op ondermeer militairen, rechters, notarissen en gerechtsdeurwaarders.
Als uitvloeisel van deze wet wordt het publiekrechtelijke en eenzijdige karakter van de ambtelijke aanstelling en de eenzijdige vaststelling van de arbeidsvoorwaarden vervangen door de tweezijdige arbeidsovereenkomst, waarop in de meeste gevallen een CAO van toepassing is. Daarmee wordt ook de publiekrechtelijke rechtsbescherming op grond van de Algemene wet bestuursrecht beëindigd. Kortom, geen bezwaarschriftenprocedure, beroep op de rechtbank sector bestuursrecht en hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep meer. Rechtsbescherming vindt nog slechts plaats op grond van het Wetboek voor Burgerlijke Rechtsvordering en het Burgerlijk Wetboek. Dat wil zeggen procederen op basis van een dagvaarding (vordering) bij de rechtbank sector Kanton, hoger beroep bij de gerechtshoven en cassatie bij de Hoge Raad, of op basis van een verzoekschrift (in beginsel zonder hoger beroep) bij de rechtbank sector Kanton. Ook het, op basis van een ontslagvergunning van het UWV-Werkbedrijf, beëindigen van de arbeidsverhouding met de ambtenaar wordt, vanwege het van toepassing worden van het BBA 1945, voor de overheidswerkgever mogelijk.
De indieners van het wetsvoorstel geven aan dat dit wetsvoorstel er niet toe strekt de wijzigingsoperatie in haar geheel te omvatten; slechts de hoofdzaken worden geregeld. Na de totstandkoming van deze wet zal er nog een aanpassingswet volgen waarmee alle overige noodzakelijke wijzigingen worden gerealiseerd.
Ook wordt er op gewezen dat er nog invoeringsmaatregelen moeten worden getroffen van praktische aard. De op de ambtenarenwet gebaseerde sectorale rechtspositieregelingen (zoals de CAR/UWO en het ARAR) vervallen van rechtswege met ingang van de inwerkingtreding van deze wet. Ter vervanging van deze regelingen zullen daardoor vóór 1 januari 2015 “echte” collectieve arbeidsovereenkomsten moeten worden afgesloten.
Wij vragen ons af of de afschaffing van het ambtenarenprocesrecht, ten faveure van het civiele procesrecht, nu wel zo’n vooruitgang is. Indien men namelijk een willekeurig nummer van Jurisprudentie Arbeidsrecht openslaat, blijkt dat de procedure via de civiele weg (rechtbank, Hof en Hoge Raad) eveneens en al heel snel een doorlooptijd heeft van vier jaar, of veel langer! Niet sneller, maar soms veel langzamer dus, dan de door de indieners van het wetsvoorstel vermaledijde Awb-route. Hooguit de ontbindingsverzoekschriftprocedure gaat sneller, maar die is, ondermeer vanwege het, in beginsel, ontbreken van hoger beroep, niet onomstreden.
En wat te denken van de arbeidsvoorwaarden; worden die met een “echte” CAO nu werkelijk zoveel goedkoper? Wij denken dat de bonden, waarmee moet worden onderhandeld over die “echte” CAO, alles uit de kast zullen halen om zo min mogelijk van de verworven rechten te verkwanselen.
Met de indieners van het voorstel zijn wij het eens dat er nog veel moet worden geregeld. Wij wijzen er op dat er, zoals hiervoor al aangegeven, daarnaast ook nog veel van het voorstel discutabel is. Gezien het vorenstaande vragen wij ons af of dat, wat nu wel wordt geregeld, wellicht ook anders/beter kan worden geregeld. In een volgende nieuwsbrief besteden wij daarom uitgebreid aandacht aan dit wetsvoorstel.
Voor het wetsvoorstel en de Memorie van Toelichting en de verdere evolutie van het voorstel, klik hier.