Sociaal Flankerend Beleid sector Rijk ten einde, wat nu?

Als uitgangspunt bestaat met ingang van 1 januari 2012 geen aanspraak meer op de voorzieningen van het Besluit Sociaal Flankerend Beleid. Voorzieningen die uiterlijk op 31 december 2011 aan individuele ambtenaren zijn toegekend, blijven uiteraard wel van kracht. Ook wanneer de voorziening na 1 januari 2012 eindigt, of het ontslag na die datum ingaat.

Mede omdat er op dit ogenblik nog geen uitzicht is op nieuw sociaal flankerend beleid voor de sector Rijk is de “Circulaire kader handelwijze vanwege aflopen Besluit Sociaal Flankerend Beleid sector Rijk 2008-2012”[1] in het leven geroepen. In deze circulaire wordt in kaart gebracht in hoeverre de geldende rechtspositie afdoende is om de gevolgen van de nu voorziene en toekomstige reorganisaties op te vangen. In de bijlage bij deze circulaire worden de tot 1 januari 2012 bestaande 31 voorzieningen afgezet tegen de bestaande rechtspositionele regelingen. De conclusie die wordt getrokken, is dat de bestaande rechtspositie, in de meeste gevallen, voldoende kan voorzien in “het gat” dat met het aflopen van het Besluit Sociaal Flankerend Beleid ontstaat. Er wordt op gewezen dat een aantal voorzieningen niet meer als een recht voor alle (groepen) ambtenaren geldt. Wel kan in een dergelijk geval, door het bevoegde gezag, op individueel niveau, op grond van de discretionaire bevoegdheid een faciliteit worden toegekend.

De circulaire wijst er op dat er, naast de specifieke bepalingen die in de bijlage worden benoemd, ook algemene bepalingen in het ARAR voorkomen die het mogelijk maken om de ambtenaar verlof of een schadeloosstelling toe te kenen (zie de artikelen 33e, 34 en 69 ARAR).Het aflopen van het Besluit Sociaal Flankerend Beleid heeft geen invloed op de processuele (conceptuele) aanpak van een reorganisatie. Het proces van dynamisch reorganiseren blijft van kracht. Het belangrijkste gevolg van het aflopen van het Besluit Sociaal Flankerend Beleid is dat de begrippen “aangewezen ambtenaar” of “fase 2 kandidaat” verdwijnen. Aangewezen ambtenaren, of fase 2 kandidaten, ontstonden in de fase waarin de “houtskoolschets” wordt gemaakt. Vanwege het vervallen van de status van aangewezen ambtenaar of fase 2 kandidaat verliezen deze ambtenaren, tenzij zij uiterlijk op 31 december 2011 nog een expliciete toekenning hebben gekregen, de tot die datum bestaande voorzieningen en hun voorrangspositie bij het vervullen van vacatures. Wat ook is vervallen, is de gunstige afspraak ten aanzien van de duur en de invulling van de herplaatsingstermijn. Deze voorziening blijft uiteraard wel van kracht voor die ambtenaar die uiterlijk op 31 december 2011 is aangewezen als herplaatsingskandidaat. Deze ambtenaar heeft recht op verlenging van zijn herplaatsingstermijn van achttien maanden met twaalf maanden. Ook bestaat dan, gedurende de eerste zes maanden van de herplaatsingstermijn, recht op toepassing van de gunstigere definitie van de passende functie; een functie die maximaal één schaal lager is. Ook blijven, voor deze ambtenaren, de gunstige faciliteiten ten aanzien van reistijd woon-werkverkeer en het Besluit bovenwettelijke uitkering bij werkloosheid voor de sector Rijk (BBUW) van kracht. Het laatste betekent dat de BBUW-regeling blijft gelden die gold op 31 december 2011. Daardoor wordt de verhoging van de garantieleeftijd en de beperking van de uitkeringsduur en van de aansluitende uitkering, die per 1 januari 2012 regulier van kracht is geworden, op deze groep niet toegepast. Voor meer informatie over het reorganisatieproces en de rechten en plichten voor ambtenaren daarin wordt verwezen naar de pocket Reorganiseren doe je zo! en hoofdstuk 4 van “Aspecten van Ambtenarenrecht”, zesde druk, beide uitgegeven door Wolfpublishers te Nijmegen.


 

[1] Staatscourant 11 oktober 2011, nummer 18105

Abonneer u op de nieuwsbrief

En ontvang ons laatste nieuws.
  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.