Nationale Politie discrimineert arbeid gehandicapte politieman
Het College voor de Rechten van de Mens (CvRM) oordeelde op 11 december 2014 dat het niet plaatsen van een agent, met een lichte beperking, als Generalist GGP Verkeer discriminatie is op grond van (arbeids)handicap.
Vorige maand bleek al dat de Nationale Politie de registratie van ziekteverzuimdossiers niet op orde heeft. Van een groot deel van de zieke agenten weet de politie niet eens waarom deze dienders thuiszitten, of wat ze mankeren!
Daar komt nu bij dat een agent, met een lichte beperking, die graag in een passende functie aan het werk wil, door de politie uit de organisatie wordt geweerd. Kortom, de Nationale Politie kan, naast aan de administratie, ook nog het nodige verbeteren aan de daadwerkelijke verzuimbegeleiding.
Casus
Een politieagent heeft door een ongeluk een lichte hersenbeschadiging opgelopen, waardoor hij moeite heeft met snel schakelen, overzicht bewaren en concentratie. Hij heeft naar de functie van Generalist GGP Verkeer gesolliciteerd; werk wat hij voor die tijd na zijn ongeluk ook al ruim zes jaar succesvol heeft gedaan. Hij werd voor deze functie afgewezen; de sollicitatiecommissie vond hem niet geschikt. Volgens hem hingen de redenen voor de afwijzing samen met zijn handicap, daarom vraagt hij het CvRM om te onderzoeken of de politie jegens hem (verboden) onderscheid op grond van handicap of chronische ziekte heeft gemaakt door hem af te wijzen voor de vacante passend te achten functie.
Oordeel
Het College voor de Rechten van de Mens oordeelt dat de Nationale Politie bij de afwijzing verboden onderscheid heeft gemaakt op grond van handicap, of chronische ziekte zonder eerst onderzoek te verrichten naar eventuele doeltreffende aanpassingen waardoor de diender in de werkzaamheden geplaatst zou kunnen worden.
Toelichting
Het College stelt vast dat de man is afgewezen, omdat hij niet beschikt over bepaalde competenties. Het ontbreken van deze competenties hangt naar het oordeel van het College samen met de handicap van de man. Hij wordt daarom bijzonder getroffen door het vragen van deze competenties. Het CvRM oordeelt dat de Nationale Politie indirect onderscheid heeft gemaakt. De Nationale Politie had moeten onderzoeken of de beperkingen van de politieman met bepaalde doeltreffende aanpassingen konden worden opgeheven, waardoor hij de functie wel zou kunnen uitoefenen. Omdat de Nationale Politie dat heeft nagelaten is sprake van verboden onderscheid op grond van handicap of chronische ziekte.
Bron: mensenrechten.nl, oordeel 2014-155