Kantonrechtersformule en verrekening pensioen
De Rechtbank Overijssel, sector Kanton, oordeelt op 12 maart 2014 ondermeer dat de redelijkheid en billijkheid mee brengt dat op de ontbindingsvergoeding in mindering wordt gebracht het bovenwettelijk deel dat werkneemster ontvangt en de doorlopende pensioenverplichting van werkgever jegens werkneemster.
Stichting Kaliber Kunstenschool in Enschede heeft de Kantonrechter in Enschede op 14 februari 2014 verzocht de tussen haar en werkneemster bestaande arbeidsovereenkomst met ingang van 1 april 2014 te ontbinden, omdat Kaliber niet verder wil samenwerken met de werkneemster en – ook niet onbelangrijk – werkneemster van mening is dat er sprake is van een vertrouwensbreuk.
Kaliber is een stichting waarin werknemers werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht. Een deel van de Kalibermedewerkers (voormalige gemeente ambtenaren) is na een privatisering werkzaam geworden voor Kaliber. Voor deze medewerkers geldt bij een ontslag de CAR/UWO van gemeente Almelo met zijn zeer riante afvloeiingsregelingen.
Kaliber is een zogenaamde “eigen risicodrager” hetgeen betekent dat uitkeringslasten (WW en Bovenwettelijke op grond van de CAR/UWO) door haar moeten worden gedragen en aan deze voormalige ambtelijke medewerkers moeten worden betaald. Niets unieks; dergelijke mengvormen van civiele en ambtelijke arbeidsvoorwaarden kom je niet alleen tegen in de kunstensector maar bijvoorbeeld ook in het (bijzonder) onderwijs en de (bejaarden)zorg. Voor de vraag “hoe met deze mengvorm om te gaan” zijn genoeg voorbeelden in de rechtspraak te vinden. De lijn daarin is inmiddels wel helder; vele kantonrechters houden op een of andere manier rekening met de WW aanvullende uitkeringen, ofwel door in het geheel geen ontbindingsvergoeding toe te kennen, dan wel door van verrekening van het bovenwettelijke deel al dan niet door aanpassing van de Correctiefactor.
Namens Kaliber is ondermeer bepleit dat geen plaats is voor het toekennen van een ontbindingsvergoeding. Hooguit is een vergoeding op grond van de Centrale Raad van Beroep formule (CRVB formule) aan de orde.
Zo er toch een ontbindingsvergoeding wordt toegekend is er plaats is voor een integrale verrekening van de bovenwettelijke uitkeringsaanspraken op grond van de CAR/UWO.
Kaliber heeft er, met een financiële onderbouwing, tevens op gewezen dat de werkneemster in de uitkeringsfase pensioen opbouwt waarvoor Kaliber de volledige kosten draagt. Kaliber heeft verzocht ook deze vergoeding te verrekenen.
De Kantonrechter oordeelt ondermeer dat de redelijkheid en billijkheid mee brengt dat op de ontbindingsvergoeding in mindering wordt gebracht het bovenwettelijk deel dat werkneemster ontvangt en de doorlopende pensioenverplichting van Kaliber jegens de werkneemster.
Bron: rechtspraak.nl ECLI:NL:RBOVE:2014:1263 en JAR 2014/115.