Erfgenamen / nabestaanden werknemer hebben recht op ontbindingsvergoeding

De Hoge Raad heeft op 3 oktober 2014 geoordeeld dat de erfgenamen / nabestaanden van een werknemer, die overlijdt voor het overeengekomen tijdstip van ontbinding van de arbeidsovereenkomst, recht hebben op de toegekende ontbindingsvergoeding.

In deze casus werd de arbeidsovereenkomst tussen werkgever en werknemer door de kantonrechter ontbonden per 1 april 2010, onder toekenning van een bruto vergoeding van € 65.952,- aan de werknemer. Op 30 december 2009 (dus voor de ingangsdatum van de ontbinding) overlijdt de werknemer. De erfgenamen van de werknemer claimen de ontbindingsvergoeding. De werkgever weigert te betalen omdat hij vindt dat de arbeidsovereenkomst door het overlijden van rechtswege is geëindigd.

De Kantonrechter (kent toe) en het Hof (wijst af) oordelen verschillend. Op 3 oktober 2014 hakt de Hoge Raad in zijn arrest de knoop door en doet de zaak zelf af met de overweging dat ‘Nu noch in de ontbindingsbeschikking, noch in de beëindigingsovereenkomst is bepaald dat de vergoeding slechts verschuldigd zal zijn indien de arbeidsovereenkomst op 1 april 2010 nog bestaat, de vergoeding verschuldigd [is], ook al is de arbeidsovereenkomst door het overlijden van erflater eerder dan op die datum geëindigd’.

De eis van rechtszekerheid brengt met zich mee dat alleen geen ontbindingsvergoeding (aan de erfgenamen) hoeft te worden betaald, indien de arbeidsovereenkomst voor de ontbindingsdatum door een andere oorzaak is geëindigd en in de ontbindingsbeschikking of de daaraan ten grondslag liggende beëindigingsovereenkomst een voorwaarde is opgenomen dat de toegekende vergoeding slechts verschuldigd zal zijn indien de arbeidsovereenkomst op de ontbindingsdatum nog bestaat.

Bron: HR 3 oktober 2014, ECLI:NL:HR:2014:2898 en JAR 2014/277 mnt van C.G.M. Fruytier

Abonneer u op de nieuwsbrief

En ontvang ons laatste nieuws.

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.