Einde aanstelling: verlof opnemen, of afkopen/uitbetalen, dat is de vraag!

Mag worden bepaald dat resterende verlofdagen, voor het einde van de aanstelling, worden opgenomen, of moet het afkoopverzoek van de ambtenaar worden gehonoreerd? Wat is rechtens?

Deze vraag wordt ons een aantal keren per jaar gesteld door overheidswerkgevers en ambtenaren. Aanleiding voor deze vraag is het eindigen van de (tijdelijke) aanstelling door de afloop van rechtswege, ontslag of in het kader van een regeling.

Voor gemeenteambtenaren heeft de Centrale Raad van Beroep inmiddels duidelijkheid geschapen. Met een verwijzing naar de CAR-UWO (artikelen 6:1, 6:1:1 lid 2 en 6:2:2 lid 3) oordeelde de Raad dat het praktijkgebruik, dat vakantie op verzoek van de ambtenaar wordt toegekend, zich er niet tegen verzet zonder een daartoe strekkend verzoek, of zelfs tegen de wens van de ambtenaar in, toch vakantie te verlenen. Het college moet daarbij wel zoveel mogelijk rekening houden met de wensen van de ambtenaar, maar er is ruimte om van die wens af te wijken en eenzijdig vakantie te verlenen. De Raad oordeelt, met een verwijzing naar de genoemde CAR/UWO-artikelen, dat het afkoopverzoek van de ambtenaar niet hoeft te worden gehonoreerd als sprake is van de bestendige gedragslijn dat verlofuren voorafgaand aan het ontslag moeten worden opgenomen en de wens bestaat om geen budget te hoeven vrijmaken voor de uitbetaling van resterende verlofuren van de vertrekkende ambtenaar.

Kortom, de rechtspositie van de ambtenaar en het beleid wat de werkgever voert, zijn richtinggevend voor het antwoord op de vraag of het afkoopverzoek van de ambtenaar moet worden gehonoreerd, of dat eenzijdig kan worden opgelegd dat het resterende verlof, voor het eindigen van de aanstelling, moet worden opgenomen.
Bron: rechtspraak.nl, Centrale Raad van Beroep 28 augustus 2014, ECLI:NL:CRVB:2014:2882

Abonneer u op de nieuwsbrief

En ontvang ons laatste nieuws.

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.