Algemeen automatiseringsprobleem is een handicap

Op 11 november 2014 heeft het College van de Rechten van de Mens geoordeeld dat een algemeen automatiseringsprobleem een handicap is. Wat betekent dit oordeel voor het ambtenarenrechtelijke ontslag wegens disfunctioneren ,“ontslag anders dan” ex artikel 8:6 CAR/UWO?

Casus
De kwestie speelt bij een gemeente, waar een ambtenaar veel fouten maakt bij het opstellen van akten en in e-mails die ze naar burgers stuurt. Omdat de verdenking bestaat dat betrokkene lijdt aan dyslexie vindt een onderzoek plaats. Uit het dyslexie-onderzoek blijkt dat geen sprake is van dyslexie, daarvoor maakt betrokkene te weinig lees- en schrijffouten. Wel blijkt sprake van een algemeen automatiseringsprobleem. Dit uit zich onder meer in een trage verwerkingssnelheid van talige en cijfermatige informatie. De bedrijfsarts merkt dit niet aan als ziekte of gebrek en het UWV spreekt in een deskundigen oordeel over karaktereigenschappen en niet van ziekte of gebrek. De gemeente verleent de ambtenaar ontslag op grond van ongeschiktheid en onbekwaamheid voor de functie, anders dan op grond ziekte of gebrek, als bedoeld in artikel 8:6 CAR/UWO.

Oordeel
De ambtenaar dient een klacht in wegens discriminatie op grond van de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (WGBH/CZ). Het College voor de Rechten van de Mens concludeert dat een algemeen automatiseringsprobleem een handicap is in de zin van de WGBH/CZ. Om die reden is het College van oordeel dat de gemeente jegens de ambtenaar onderscheid maakt op grond van handicap, als bedoeld in de WGBH/CZ, bij de aanzegging van de beëindiging van het dienstverband. Naar het oordeel van het College is echter geen sprake van een verboden onderscheid, omdat  de werkgever zich voldoende heeft gekweten van de op hem rustende inspanningsverplichtingen om doeltreffende aanpassingen te verrichten. Het College verklaart de klacht daarom ongegrond.

In de praktijk
Ambtenarenrechtelijk is interessant of de vastgestelde handicap in de weg staat aan het verlenen van ontslag op grond van artikel 8:6 CAR/UWO, of een daarmee vergelijkbaar artikel in een andere overheidsarbeidsvoorwaardenregeling. Artikel 8:6 CAR/UWO is bedoeld voor ongeschiktheid of onbekwaamheid, anders dan op grond van ziekte of gebrek. Als de redenering van het College voor de Rechten van de Mens wordt gevolgd dat sprake is van een handicap in de zin van de WGBH/CZ, is de vraag of dan geen sprake is van een ziekte of gebrek, die de ongeschiktheid veroorzaakt. Met andere woorden: is een handicap in de zin van de WGBH/CZ een vorm van ziekte of gebrek, in de zin van artikel 8:5 en 8:6 van de CAR/UWO, maar ook in de zin van de WIA?
Volgens het “medisch arbeidsongeschiktheidscriterium (MAOC)”, een interne verzekeringsgeneeskundige richtlijn, die inmiddels is vastgelegd in het Schattingsbesluit, dient er sprake te zijn van logisch samenhangende uitingen van ziekte op drie niveaus: stoornissen (verminderd functioneren), beperkingen en handicaps (voor het verrichten van arbeid).

Handicap en chronische ziekte worden in de Europese richtlijn en de WGBH/CZ niet nader omschreven. Volgens de wetgever is een sluitende definitie van de begrippen handicap, of chronische ziekte niet wenselijk aangezien het afhankelijk is van de context waarbinnen iemand functioneert, of hij belemmeringen ondervindt wegens zijn handicap of ziekte. Een aantal uitgangspunten wordt wel gegeven. Handicaps en chronische ziekten kunnen fysiek, verstandelijk, of psychisch van aard zijn. Een handicap is volgens de Regering voorts in beginsel onomkeerbaar. Een chronische ziekte is dat soms niet, maar is in ieder geval langdurig van aard. Zowel de term handicap als de term chronische ziekte zijn te begrijpen onder het begrip “disabled” uit de Europese richtlijn (zie MvT, Kamerstuk 28169, nr 3).

In een arrest van het Europees Hof van 11 april 2013, waar de Commissie naar verwijst, heeft het Hof overwogen dat een handicap een langdurige beperking als gevolg van lichamelijke, geestelijke of psychische aandoeningen inhoudt, die iemand verhindert volledig, daadwerkelijk en op voet van gelijkheid met andere werknemers aan het beroepsleven deel te nemen. Dat is de kern van de uitleg van het begrip handicap die het Europees Hof afleidt uit het VN-gehandicaptenverdrag.

Volgens het College voor de Rechten van de Mens is een algemeen automatiseringsprobleem aan te merken als een handicap in deze zin. Als we deze redenering volgen en dus aannemen dat een handicap is aan te merken als ziekte of gebrek, kan de betrokken ambtenaar aanspraak maken op de ontslagbescherming wegens ziekte of gebrek. Een ontslag wegens ongeschiktheid en onbekwaamheid is dan niet mogelijk.

In de sector gemeenten betekent dit dat betrokkene gedurende een periode van twee (bij volledige arbeidsongeschiktheid) of drie jaar (bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid) niet ontslagen kan worden op grond van ziekte of gebrek en dat een verzwaarde herplaatsingsinspanning op de werkgever rust.

Op grond van dit oordeel van het College kan de conclusie worden getrokken, dat het voor de disfunctionerende ambtenaar kan lonen zich eens medisch te laten onderzoeken.

De betreffende ambtenaar heeft bezwaar aangetekend tegen haar ontslag. Het is uiteraard nog maar de vraag of de Centrale Raad van Beroep het College voor de Rechten van de Mens volgt in zijn redenering. Het College voor de Rechten van de Mens loopt wel vaker op de troepen vooruit.

Bron: mensenrechten.nl, oordeel 2014-136

Abonneer u op de nieuwsbrief

En ontvang ons laatste nieuws.

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.